relatie
met
Feeck Andriesz , zn. van Andries Ebbensz en N2 Feecks ,
geb. in 1635 te Huijsen; Koptienden: Eerste: 1660-62,
ovl. in 1675 te Huijsen; Koptienden: Laatste: 1675-49,
, -
FEECK ANDRIESEN
Huizen Koptienden (1660-62 1675-49):
1660-62: v. Lambert Tewijsz Decker 2 Spt 6 cop
1665-62: v. Jan Jansz Bortgen 2 cop 1/8
- op Cornelis Willemsz Snijder 3 cop 1/8
- Situatie: 2 Spt 5 cop
- op Jan Gerritsz Backer de Jonge 5 cop
- Situatie: 2 Spt
1667-62: ER STAAT: 2 Spt 1/8
1671-49: v. Leenert (=Leeuw) Fecksen (Smit) 2 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 2 cop 7/8
1675-49: op Jacob Jansz Backer 1 cop 3/4
- op Lambert Gerritsz Backer 3 cop
- op Lambert Lambertsz Broeckien 1 Spt 1/8
- op Tijmen Rut (Gerritsz Doorn) 2 cop 1/2
- op Jan Petersz Slocker/Boor 2 cop
- op Gerrit Jacobsz 1 cop 1/2
-
ORA-184-3187A329; 18-03-1661: verclaerde Timen Jacobsz onse buijrman vermangelt te hebben aen Feeck Andriesz onse mede-buijrman seecker ackertge lants gelegen op Zijtges Bergh groot 7 spint belendet Isaacq Willemsz ten oosten en Timentgen
Hendricks ten westen
-
ORA-184-3183; 24-06-1670: Feeck Andriesz, Lambert Maertensz/Martensz @ Jacob Dircksz, alle woonachtigh alhier, getuigen op verzoek van Claes Dircksz, dat zij op 26-03-1670 werden ontboden bij Gijsje Gerrits weduwe van Lambert Deulten sieck te
bedt leggende en dat sij, comende te sterven, aen requirant (Claes Dircksz) voor sijn verdient loon aensprack seecker acker landt genaemt de hout acker enz
- Voorts verclaerden de voorn Feeck Andriesz @ Lambert Martensz mitsgaders Claes Jacobsz mede comparerende, ten versoecke van Cornelis Gerritsz de Oude Metselaer, dat sijluijden nevens de voorn Claes Jacobsz op de 28-03-1670 wederomme werden
ontboden bij Gijsje Gerrits, die verklaarde dat sij aen de voorn Cornelis Gerritsz de Oude Metselaer tot sijn verdiende loon besproocken hadt de acker van vijff spint gelegen aen de Spillecansewegh enz
- Eijndelijck verclaerde Gerrit Jansz Poel mede comparerende bevestigend voornoemde toezeggingen
-
ORA-184-3171; 24-06-1670: Testament Gijsien Gerrits weduwe van Lambert (Elbertsz) Deulten, Feeck Andriesz, Lambert Maertsz/Martsz en Jacob Dircksz alle woonaghtigh alhier versocht bij Claes Dircksz om te getuigen, dat sij op den 26-03-1670
zijn ontboden om te comen bij Gijsien Gerrits weduwe van Lambert Deulten sieck te bedt leggende, die verclaerde dat sij comende te sterven ..:
- Gijsien Gerrits het Claes Dircksz de houtacker besproocken tot verdiende loon
- Gijsien Gerrits heeft Cornelis Gerritsz de Oude Metselaer een acker van vijff spint gelegen aen de Spillecanse wegh besproocken tot verdiende loon. Eijndelijck verclaerde Gerrit Jansz Poel mede comparerende
>